De potplantteelt wordt steeds groener. Van slimme verwarmingstechnieken tot natuurlijke plaagbestrijding en precisielandbouw. Kwekers vinden zichzelf opnieuw uit om hun duurzame ambities te halen. Ontdek er alles over in dit artikel.
Energiezuinig telen
Steeds meer kwekers streven ernaar om tegen 2030 CO₂-neutraal te telen. Daarom zijn ze volop aan het experimenteren met innovatieve oplossingen om hun energieverbruik te doen dalen. En ze maken grote stappen vooruit. Als alternatief voor fossiele brandstoffen gebruiken ze bijvoorbeeld aardwarmte via warmtepompen (geothermie). Of ze doen een beroep op restwarmte uit de industrie om hun serres te verwarmen. Nog een duurzaam alternatief? Warmte-koude-opslagsystemen (WKO). Deze systemen maken gebruik van grondwater om gebouwen te verwarmen of te koelen.
Een andere handige oplossing om het energieverbruik te doen dalen: slimme klimaatsystemen. Die regelen de toevoer van warmte en vocht automatisch waardoor er geen energie verloren gaat.
En soms zit energiezuinigheid ook in kleinere ingrepen. Zo zien we steeds meer ledverlichting opduiken dan traditionele verlichting. Een goede zaak, want ledlampen verbruiken een pak minder energie en geven minder warmte af.
Biologisch telen
Naast al deze inspanningen op het vlak van energieverbruik draagt de potplantteelt ook zijn steentje bij aan onze biodiversiteit. Kwekers gebruiken steeds minder chemische gewasbeschermingsmiddelen en kiezen in de plaats voor geïntegreerde gewasbescherming, ook wel IPM (Integrated Pest Management) genoemd. Hierbij houden natuurlijke vijanden plagen onder controle. Zo dienen roofmijten als natuurlijke bestrijder van spint en verjagen sluipwespen dan weer bladluizen. Natuurlijk en efficiënt!
Kiest een kweker toch voor een gewasbeschermingsmiddel? Dan gaat die steeds vaker voor een milieuvriendelijke en biologische variant, zoals plantaardige extracten en micro-organismen. Daarnaast winnen weerbare plantenrassen sterk aan populariteit. Dit soort rassen zijn van nature beter bestand tegen ziekten en plagen en zijn dus minder afhankelijk van bestrijdingsmiddelen. Win-win.
Slim telen
Ingrepen in energieverbruik en biodiversiteit zijn de basis. Daarnaast nemen kwekers hun hele teeltproces onder de loep. Hoe kan dat proces nog duurzamer? Door circulair te telen, bijvoorbeeld, waarbij kwekers reststromen zo veel mogelijk hergebruiken. Zo wordt substraat volop gerecycleerd en water hergebruikt. En wist je dat de plastiek potten en trays tegenwoordig bijna allemaal bestaan uit 100 procent gerecycleerd materiaal?
Een andere nieuwe teelttechniek is precisielandbouw en sensorlandbouw. Via slimme sensoren verzamelen kwekers realtime data over de groeiomstandigheden van hun gewassen. Zo kunnen ze hun gewassen heel precies irrigeren en bemesten zonder dat er iets verloren gaat. Een efficiënte werkwijze voor de kwekers en alweer een duurzame vooruitgang.
Het nieuwe telen
“Het nieuwe telen”, wordt deze duurzame manier van telen vaak genoemd. En terecht. Kwekers gooien hun jarenlange manier van werken overboord en zoeken naar nieuwe, milieuvriendelijkere oplossingen. Andere grondsoorten, biologische bemesting, nieuwe energietechnieken … Het zijn mooie inspanningen voor vergroening in onze sector.
Inspanningen die Floréac met de volle 100 procent ondersteunt. Meer nog: we kiezen er bewust voor om enkel samen te werken met kwekers die mee met ons de duurzame weg inslaan. Want enkel samen kunnen we de uitdagingen die er nog zijn tackelen en toewerken naar een volledig duurzame potplantteelt.